Sommige Millennials verwachten dat er in de toekomst helemaal geen (basis)scholen - met een docent voor de klas - meer zijn. Is dat een gekke gedachte? De samenleving verandert onder invloed van digitalisering dermate snel, dat een ‘heden nog onvoorstelbare optie’ toch zomaar ineens realiteit kan zijn. En misschien draagt deze ontwikkeling wel bij aan plezier, passie en kracht voor alle betrokkenen!?

Waar wordt deze gedachte ‘geen scholen met klassen’ op gebaseerd?
Deze Millennials verwachten dat het volgen van lessen in een klaslokaal gaat verschuiven naar online leren en ontwikkelen gecombineerd met vooral ‘veel beleven, zowel online als offline’.
De voortekenen worden gezien door o.a. verschuivingen in de spelindustrie. Een aantal spelontwerpers zijn dermate goed geworden in het nabootsen van natuur, cultuur en geschiedenis in virtual reality (VR), dat een waarheidsgetrouwe story volledig interactief kan worden nagebootst. Het vergaand ‘beleven en leren door zien en doen’ is hiermee binnen handbereik. Extra vaardigheden kunnen in deze virtuele wereld eenvoudiger worden ontwikkeld, zoals het versterken van analyse, komen tot conclusies, ondernemerschap, etc. Net als een piloot, die in een simulatie-cockpit riskante situaties kan leren beheersen of een crisis kan leren oplossen.
Maar er is natuurlijk veel meer mogelijk en dat neemt van dag tot dag toe. Nu worden er ook wel spellen ingezet voor bijvoorbeeld rekenen, maar er kan nog veel meer ontwikkeld worden. Echter alles heeft uiteraard ook met budgetten te maken. Hoe geavanceerder een spel, hoe duurder. Maar als alle lesboeken over boord gezet zouden worden en de budgetten naar virtueel leren zouden verschuiven, zou deze ontwikkeling een boost krijgen. Ook kunnen spelontwerpers benaderd worden om via co-creatie tot virtuele leerprogramma’s te komen. Ze hebben 80 - 90% al voor hun games ontworpen, dus die kosten kunnen wellicht laag blijven.
Het is natuurlijk niet de bedoeling dat leerlingen de hele dag online zijn of achter een scherm zitten. De kracht zit in de combinatie. Dus veilig en uitdagend online, maar daarnaast uitdagend en verantwoord risicovol offline met vooral veel fysiek ervaren en beleven. Een speciale bril of polshorloge kan digitale opdrachten geven, die kinderen kunnen uitvoeren. Bijv. opdrachten m.b.t. sport, techniek, muziek, dans, etc. Samenwerking met omgevingspartners is daarbij onmisbaar.
Hoe zou virtueel leren en ontwikkelen er verder uit kunnen zien?
In de toekomst komen er nog tal van mogelijkheden, waar soms nog helemaal geen voorstelling van te maken is, maar hieronder een aantal die al binnen handbereik zijn:
- Schijf-les via tablet met een speciale pen, zodat kinderen een handschrift ontwikkelen, waarbij de computer het kind aanwijzingen geeft;
- Webinars voor interactieve lessen afgestemd op het ontwikkelniveau per kind, waar talloze kinderen gelijktijdig aan kunnen deelnemen;
- Virtual reality (VR) en games om verleden en hedendaagse wereld te verkennen en vaardigheden te oefenen.
- De nabije wereld meer zelfstandig intrekken met een speciale bril of horloge voor instructies of opdrachten etc.;
- Hologram-docenten die geduldig talloze kinderen de weg wijzen;
- Robots, die kinderen speciale aandacht geven;
- Een bel-lijn voor kinderen om een vertrouwenspersoon te benaderen; etc.
Voor het offline ontwikkelen kan veel meer de natuurlijke leefomgeving worden ingezet.
De kinderen kunnen zich offline in de gewone leefomgeving ontwikkelen, zoals bij:
- De kinderboerderij of een (zorg)boerderij voor natuureducatie;
- Een sportschool voor beweegeducatie;
- Een toneel/muziekschool voor muziekeducatie of drama;
- Een aannemersbedrijf voor techniekeducatie;
- Een zorginstelling voor het bevorderen van een inclusieve samenleving;
- De kinderopvang voor het versterken van de sociale competenties, etc.
Als de accommodaties van deze samenwerkingspartners worden gebruik, zou dat veel schoolcapaciteit (en kosten) kunnen schelen. Maar kinderen leren ook graag gewoon buiten en in de natuur, bijv. in het bos.
Wordt de docent daarmee overbodig?
Zeker niet, deze heeft de rol van didactisch specialist, regisseur, coach en/of mediator. Want kinderen hebben meer nodig, zoals sociale ontwikkeling, vriendjes, fysieke veiligheid, beweging, muziek, natuur, rituelen, omgaan met seizoenen, etc. Ook hebben ze een oefenomgeving nodig, die door docenten onderzocht is op geschiktheid, zodat ze kunnen leren experimenteren, bouwen, ondernemen, communiceren, conflicten oplossen, presenteren, etc. Voor een docent ligt er zoveel werk, dat deze het niet alleen kan. De lokale omgeving zal de docent behulpzaam moeten zijn.
Kan digitaal het docententekort oplossen?
Anders organiseren kan zeker een bijdrage leveren. Of het hiermee opgelost kan worden, zal de tijd moeten leren. Maar één docent kan zo wel op sommige momenten honderden of zelfs duizenden leerlingen tegelijkertijd bereiken. Dit geeft ruimte voor verschuivingen, zodat bijv. specialismen ontwikkeld kunnen worden. De benadering van kinderen door volwassenen kan tot in de perfectie worden gepolijst door reductie van menselijke fouten. Aardrijkskunde en geschiedenis via VR is voor kinderen een paradijs. Taal en rekenen via uitnodigende games maakt het leren leuker en spannender. Het toetsen van het ontwikkelniveau per kind gaat spelenderwijs en niet meer gepaard met ‘stressvolle’ overgangsmomenten. Er wordt nu ook wel digitaal materiaal aangeboden, maar de kwaliteit en kwantiteit kan nog veel beter. Leren wordt dan super leuk en spannend. Geen schoolzieke kinderen meer. En daarnaast groeimogelijkheden en specialisaties voor docenten.
Voordelen digitaal als fundament voor het ervaringsgericht ontwikkelen
- Geavanceerde niveaudifferentiaties, specialisaties en mogelijkheid om te oefenen in VR;
- Afstand tussen mensen wordt ogenschijnlijk verkleind;
- Goedkoper voor het onderwijs, maar ook verschuiving van budgetten;
- Mogelijkheid om te beleven zonder aanwezig te zijn (veilig);
- Spannend, uitdagend, uitnodigend, geavanceerd, leren met plezier;
- Alle kinderen kunnen meedoen, ieder vanuit eigen kracht;
- Geen problemen dat er te grote of te kleine klassen zijn;
- Ouders kunnen de ontwikkeling van hun kind digitaal volgen;
- Ouders en leerkrachten kunnen de ontwikkeling van kinderen op maat afstemmen;
- Samenwerkingspartners (lokale aanbieders) krijgen een meer prominente rol;
- Voor docenten ontstaan meer ontplooiingskansen en verdiepingsmogelijkheden.
Nadelen digitaal als fundament voor het ervaringsgericht ontwikkelen
- Technologie nog niet op het gewenste niveau;
- Onderwijs is er nog niet aan toe;
- Samenleving is er nog niet op ingericht.
Risico’s digitaal als fundament voor het ervaringsgericht ontwikkelen
- Extra aandacht voor kinderen, die te weinig beweging willen of moeite hebben om mee te komen;
- Bedacht zijn op ontwikkeling van eenzijdige interesses bij kinderen;
- Risico op eenzaamheid / isolement bij sommige kinderen;
- Risico op afstemmingsdilemma’s tussen samenwerkingspartners (onderwijs, sport, natuur, techniek, kinderopvang, etc).
Van democratische naar sociocratische besluitvorming
Bovenstaand proces is veel minder een groepsproces met klassen onder leiding van een docent. Het is veel meer een individueel proces waar de docent meer een coach of mentor zal zijn. Er zal dan ook behoefte zijn aan een ander besluitvormingsproces.
Democratie (macht)
- Meeste stemmen gelden.
- Ongelijkwaardigheid door meerderheidsbesluiten.
Sociocratie (kracht)
- Elke stem telt, waarbij argumenten leidend zijn.
- Gelijkwaardigheid door consent besluiten.
#lerarentekort #future #innovation #plezier
Reactie plaatsen
Reacties